In het eerste deel van dit artikel analyseren we de Game Action Outside Positioning tot in de details. Ook proberen we tot een theoretisch perfecte positie te komen waar je de bal kunt ontvangen, om de kans op een progressieve pass te maximaliseren. In het tweede deel zullen we met StatsBomb 360 data van het EK2020 proberen om te bewijzen of deze zogenaamd perfecte positie überhaupt bestaat, en of het spelers helpt om progressief te spelen.
Geschreven door: Mats de Leeuw den Bouter, mede-oprichter Smart11
NB: Helaas zijn meerdere afbeeldingen in deze en deel 2 verloren gegaan tijdens de migratie naar een nieuwe site en server. Excuses voor het ongemak..
Bij Smart11 definiëren we meer dan 40 verschillende Game Actions voor voetballers. Sommigen zijn echter een stuk dominanter dan anderen. Een van de belangrijkste Game Actions, zeker voor spelers die veel betrokken zijn bij de opbouw, is Outside Positioning. Deze Game Action gaat over het positie kiezen om de bal te ontvangen, buiten het verdedigende blok van de tegenstander. Bekijk de video hieronder voor een voorbeeld (Leonardo Bonucci voor Italië op het EK2020).
Outside positioning is erg belangrijk voor spelers die actief zijn in de opbouw. Centrale verdedigers en backs voeren deze Game Action het vaakst uit wanneer ze de bal vragen, maar ook middenvelders die uitzakken om de bal op te halen, buitenspelers die aan de zijlijn aanspeelbaar zijn, en keepers die zich aanbieden voeren Outside Positioning uit. Deze Game Action komt in elke wedstrijd heel vaak voor, en is iets waar we met bijna iedere speler die we begeleiden aan werken.
Omdat Outside Positioning zo veel voorkomt in een wedstrijd, is het iets dat potentieel enorm veel invloed kan hebben op het spel. Als alle spelers continu en bewust hun positie zouden aanpassen voor ze de bal krijgen in de opbouw, met een duidelijk doel voor ogen wat ze zouden willen doen met de bal als ze hem zouden krijgen, kunnen ze voor zichzelf veel mogelijkheden voor progressieve passes en dribbels creëren die ze op een andere positie niet zouden hebben. Helaas denken veel spelers vaak pas na over wat ze met de bal gaan doen als de pass al onderweg is, en ze hun positie niet meer kunnen aanpassen.
We moeten bewustzijn creëren over het belang van positioneren voordat de pass gespeeld is.
Het doel van Outside Positioning
Wij geloven dat iedere actie die een speler maakt zou moeten bijdragen aan het vergroten van de kans op een goal, en/of het verkleinen van de kans op een tegengoal. En hoewel Outside Positioning vaak ver van het doel van de tegenstander plaatsvindt (namelijk buiten het verdedigende blok), kan een goede uitvoering een grote positieve invloed hebben op het creëren van kansen als team, zoals in het voorbeeld van Bonucci.
Maar, zoals met veel acties in het voetbal: wanneer Outside Positioning verkeerd wordt uitgevoerd, kan het ook zeker de kans op een goal verkleinen, en zelfs de kans op een tegengoal vergroten. Sub-optimale positionering kan resulteren in druk van de tegenstander en terug of naar de zijkant gedwongen worden.
Net als de meeste Game Actions die voornamelijk in de opbouw plaatsvinden, is het doel van Outside Positioning voorwaarden creëren om de bal te kunnen ontvangen en dan direct richting de goal te kunnen handelen.
Dus als spelers deze Game Action perfect willen uitvoeren, moeten ze tijdens het positioneren zichzelf de vragen stellen: "Ben ik nu aanspeelbaar? En indien ja, kan ik dan direct richting de goal handelen zodra ik de bal krijg?" Als het antwoord op beide vragen Ja is, sta je waarschijnlijk al in een goede positie en kan je om de bal vragen. Als het antwoord op één of beide vragen Nee is, moet je waarschijnlijk je positie aanpassen totdat het antwoord Ja is.
Maar hoe creëer je de beste voorwaarden om richting de goal te kunnen handelen?
Nulpunt
Bij Smart11 gebruiken we over het algemeen video-analyse om dit soort vragen te beantwoorden. We ontleden de Game Action en proberen de aspecten te ontdekken die de actie tot een succes maken, meestal door heel veel van deze momenten met succesvolle en niet-succesvolle uitkomsten te bekijken, en te analyseren waaróm dat gebeurde.
Met Outside Positioning kwamen we er vrij snel achter dat, niet verrassend, de positie van de speler de sleutel tot het succes van de actie is. Alleen gaat het daarbij niet om de absolute positie op het veld, zoals je kunt zien in de voorbeelden van Bonucci en Bednarek (die nagenoeg dezelfde positie op het veld hebben).

Positioneren gaat niet noodzakelijk over je locatie op het veld, maar om je positie ten opzichte van tegenstanders. Als je progressief (richting de goal) wil handelen, zou het logisch zijn om in de lijn tussen jou en de ruimte die je wil bereiken (de goal) geen tegenstander te hebben staan, toch?

Als we een lijn trekken tussen Bonucci en de goal van België (wat normaal gesproken de richting is waar je heen wil) op het moment dat hij de bal aanneemt, zien we dat die lijn precies tussen twee tegenstanders door gaat. Dit betekent dat de ruimte daar achter bereikbaar is. Als we een zelfde lijn voor Bednarek trekken, gaat die precies door een tegenstander heen, wat het een stuk moeilijker maakt om de ruimte erachter te bereiken.
Dus terwijl Bonucci geen druk krijgt en een open lijn heeft richting de meest waardevolle ruimte, krijgt Bednarek direct frontale druk (druk vanuit de meest waardevolle ruimte), en heeft hij geen progressieve opties.
De makkelijkste manier voor een speler om voorwaarden te creëren om richting de goal te kunnen handelen, is door een (denkbeeldige) driehoek te vormen met de twee dichtstbijzijnde tegenstanders. Als je deze driehoek maakt, is er altijd een opening, of 'gap', tussen die tegenstanders waar je doorheen kunt passen of eventueel dribbelen. Hoe groter deze 'gap', hoe makkelijker de pass/dribbel is. En wiskunde vertelt ons dat deze opening effectief het grootst is als de speler loodrecht op het poortje gepositioneerd staat. Dat maakt de driehoek een gelijkbenige driehoek (een driehoek met twee gelijke zijdes).

Deze driehoek maken is niet alleen logisch als je het bekijkt vanuit een opportunistisch oogpunt. Het maak situaties ook erg moeilijk voor verdedigers. Een belangrijk deel van aanvallen is het creëren van twijfel en onvoorspelbaarheid bij verdedigers. In het voorbeeld van Bonucci is er twijfel bij België over wie wat moet doen. Je ziet Jérémy Doku wijzen naar Bonucci, in discussie met Lukaku over wie er druk moet geven of het poortje dicht moet zetten. In het geval van Bednarek is het volkomen duidelijk dat Quaison degene is die hem onder druk moet zetten.
De twijfel die de driehoek creëert bij verdedigers geeft de speler met de bal een paar extra seconden om een goede beslissing te maken. Ook geeft het hem misschien extra opties, omdat zijn teamgenoten hierdoor ook meer tijd krijgen om vrij te komen of diep te lopen. En ook al geeft een van de verdedigers direct druk, zal die druk altijd van de zijkant komen en niet vanuit de meest waardevolle ruimte (richting de goal), waardoor die ruimte bereikbaar blijft.
Vanuit de tactical cam is de driehoek die Bonucci maakt nog duidelijker. Omdat hij deze driehoek heeft, blijft het poortje richting de meest waardevolle ruimte open, en heeft hij alle tijd om de beste pass uit te zoeken.

Bij Smart11 noemen we deze positie het nulpunt. We hebben deze naam gekozen omdat het, theoretisch, de perfecte positie is waarvandaan je richting de goal kan handelen.
Deze video is een heel mooi voorbeeld van de voordelen van positie kiezen in een nulpunt:
– Lijn naar de meest waardevolle ruimte is open
– Geen (directe) frontale druk
Zie ook hoe de buitenspelers van Italië allemaal een loopactie starten op het moment dat Bonucci de bal aanneemt. Omdat hij in een nulpunt staat, kan hij zijn aanname zonder druk vooruit nemen. Dit is een teken voor zijn teamgenoten om hun loopacties richting de goal in te zetten, of om op een andere manier aanspeelbaar te worden. Op het moment van spelen heeft Bonucci vijf opties vooruit.

Conclusie
Natuurlijk zal niet ieder nulpunt de speler aan de bal vijf opties vooruit geven. Maar omdat het poortje richting de goal in een nulpunt altijd open is, zal het zeker makkelijker zijn om vooruit te spelen dan wanneer je direct op je aanname frontale druk krijgt.
Wij hebben het concept nulpunt al aan veel van de spelers waar we mee werken geïntroduceerd. De feedback die we daar over het algemeen op krijgen is dat het ze helpt om te focussen op goed positie kiezen, en het ze bij een goede uitvoering extra tijd en ruimte geeft om vooruit te kunnen spelen.
Als we terugblikken op het moment van Bednarek, kunnen we dan een nulpunt vinden waarin hij wel een of meer opties vooruit had gehad?
Eerlijk is eerlijk, Bednarek heeft niet veel tijd om zijn positie aan te passen, maar hij had wel degelijk meer kunnen doen om zichzelf betere voorwaarden te geven. Als hij positie had gekozen in het nulpunt uitgelicht in de video, kunnen we stellen dat hij geen frontale druk zou krijgen, en dus een open lijn richting de meest waardevolle ruimte zou hebben gehad.
In het screenshot hieronder staan de mogelijke opties uitgelicht die Bednarek had gehad als hij in dat nulpunt had gestaan. Ik kan me voorstellen dat de rechtsback van Polen ook een andere positie had ingenomen (ook verplaatst in het screenshot) als Bednarek dat had gedaan. Dit had op zijn beurt waarschijnlijk weer invloed gehad op de positie van de linksbuiten van Zweden. Maar zelfs als de linksbuiten van Zweden blijft staan, levert deze relatief kleine aanpassing van Bednarek (±5 meter) hem meerdere opties op die hij eerder niet had.

En dit zijn slechts de opties door de 'gap' richting de goal. Ze zijn misschien niet heel makkelijk, en Bednarek kan er voor kiezen om ze niet te spelen vanwege het risico op balverlies. Maar omdat ze wel degelijk open zijn, zal de tegenstander moeten proberen om die opties af te sluiten, wat waarschijnlijk weer nieuwe opties voor Bednarek oplevert. Misschien gaan de buitenspelers, zoals in het voorbeeld van Bonucci, wel direct diep als Bednarek in het nulpunt zou staan.
En bovendien kost deze aanpassing naar het nulpunt Bednarek niets. Hij kan nog steeds makkelijk afkappen en de keeper inspelen, zoals hij in het originele moment ook deed.
De waarde van het nulpunt bewijzen
Bij Impact zijn we er inmiddels wel van overtuigd dat het nulpunt enorm waardevol is voor voetballers die progressieve passes en dribbels willen creëren. Maar we kunnen ons wel voorstellen dat nog niet iedereen overtuigd is van de waarde van nulpunten na slechts twee passes gezien te hebben. Daarom zullen we in deel twee van deze blog openbare StatsBomb 360 data van het EK gebruiken om, kwantitatief, de waarde van het nulpunt te bewijzen.
StatsBomb's 360 data maakt het mogelijk om op grote schaal te analyseren of een speler wel of niet in een nulpunt stond op het moment van aannemen, wat hiervoor nog niet mogelijk was. Hier onder vind je de twee momenten uit dit artikel in 360 data:


In de tweede blog zullen we alle momenten van het EK2020 analyseren dat een centrale verdediger de bal aannam en daarna een succesvolle pass gaf. Door de voorwaarden en uitkomsten van al die momenten te vergelijken, kunnen we onderzoeken hoe veel centrale verdedigers kunnen winnen door in een nulpunt positie te kiezen. Over het hele EK waren er meer dan 9000 momenten om te analyseren, en de centrale verdedigers stonden in 41% van die momenten in een nulpunt. Hoe veel van die momenten resulteerden in een progressieve actie wordt onthuld in de volgende blog!
Bedankt voor het lezen en klik hier om deel 2 van deze blog te lezen!